Sommige gegevens zijn beter geschikt om in een grafiek te verwerken dan om in een tekst te zetten, bijvoorbeeld cijfers of resultaten van onderzoeken. De bezoeker kan zelf op de grafiek drukken om een selectie te maken en bepaalde informatie te tonen. Een grafiek moet niet alleen gebruiksvriendelijk zijn, maar ook voldoen aan de toegankelijkheidseisen.

Soorten grafieken

Je kunt deze grafieken gebruiken:

  • lijndiagram (met en zonder markering);
  • kolomdiagram (niet gestapeld, gestapeld, percentages);
  • staafdiagram (niet gestapeld, gestapeld, percentages);
  • taartdiagram; 
  • vlakdiagram (met en zonder markering);

Een grafiek aanmaken

Onder Componenten vind je de map Grafieken. Hier kun je zelf nieuwe grafieken aanmaken. Vul onderstaande velden als volgt in:

Grafiek velden
Titel van het veldWat vul ik hier in?Hoe bedien ik dit veld?
TitelTitel van de grafiek. Wordt boven de grafiek getoond.Zorg dat de titel omschrijft wat er in de grafiek te zien is.
OndertitelOndertitel van de grafiek. Wordt direct onder de titel getoond.
ToelichtingToelichting van de grafiek.Richtlijn: max. 1000 tekens.
Titel MetaDataVul hier de titel in wanneer je hebt gekozen om de metadata te delen met de bezoekers.Overschrijft, als je hier iets invult, de standaardtitel "metadata" van deze uitklapper.
Tekst MetaDataDe beschrijving voor de metadata.
DataHier is een csv-bestand met daarin de brondata voor de tabel up te loaden. Het csv-bestand dient een ; als seperator te bevatten.
BronHier kan je de bron opgeven. Deze wordt onder de grafiek en onder de bijbehorende tabel getoond.
Grafiek typeHier wordt het gewenste type van een grafiek gekozen door middel van een selectieveld.
Met markeringVink dit aan als je wil dat de markering wordt aangezet.
Beginwaarde op asHiermee kun je zelf de begin- en eindwaarde van grafieken bepalen. Wanneer er bij deze velden geen keuze wordt gemaakt, wordt de grafiek standaard getoond aan de hand van de gegevens in de CSV.
Eindwaarde op asHiermee kun je zelf de begin- en eindwaarde van grafieken bepalen. Wanneer er bij deze velden geen keuze wordt gemaakt, wordt de grafiek standaard getoond aan de hand van de gegevens in de CSV.
Interval op asHiermee kun je aangeven hoe groot de stappen op de as zijn en kun je de grafiek compacter maken. Wanneer je hier gebruik van wil maken dien je ook de begin- en de eindwaardes in te vullen.Wil je bijvoorbeeld niet stappen van 1, maar dat er steeds 5 waardes worden overgeslagen zodat je een compactere grafiek krijgt. Vul dan het getal 5 in.
Geavanceerde grafiekoptiesKlik op toevoegen voor onderstaande extra opties.
Toon data vanaf kolomHier vul je in vanaf welke kolom uit het csv bestand je de data wil tonen. Vul dit alleen in als je niet alle data uit het csv bestand wil tonen.Vul het nummer van de kolom in.
Toon data tot en met kolomHier vul je in tot en met welke kolom uit het csv bestand je de data wil tonen. Vul dit alleen in als je niet alle data uit het csv bestand wil tonen.Vul het nummer van de kolom in.
Toon data vanaf rijHier vul je in vanaf welke rij uit het csv bestand je de data wil tonen. Vul dit alleen in als je niet alle data uit het csv bestand wil tonen.Vul het nummer van de rij in.
Toon data tot en met rijHier vul je in tot en met welke rij uit het csv bestand je de data wil tonen. Vul dit alleen in als je niet alle data uit het csv bestand wil tonen.Vul het nummer van de rij in.

Een contentblok grafiek toevoegen

In een paginatype dat het contentblok ondersteunt kun je onder het veld Contentblok het linkje grafiek aanklikken. Dan opent vervolgens het contentblok. Selecteer de grafiek die je onder de map Grafieken onder Componenten hebt aangemaakt. 

Voorbeeld van een grafiek